Wat staat er in het Klimaatakkoord over de (maak)industrie?

De industrie is in 2050 circulair en stoot bijna geen broeikasgassen meer uit. Fabrieken draaien op duurzame elektriciteit afkomstig uit aardwarmte, wind- of zonne-energie. Daarnaast halen we restwarmte uit de industrie en gebruiken we dit in de tuinbouwsector. 

De industrie is een bron van energie en mag steeds meer als producent gezien worden. Een reststroom waar iedereen van profiteert.

Al vanaf 2030 moet de uitstoot van CO2 flink omlaag. Dit is een tussenstation en richt zich volledig op duurzaamheid. Veel technieken staan echter nog in de kinderschoenen en hebben de tijd nodig om ontwikkeld te worden. Hier zijn bedrijven voor nodig en subsidies. Er mag namelijk niet direct verwacht worden dat dit een winstgevend verdienmodel is. Tegelijkertijd wordt verwacht dat bedrijven in duurzaamheid investeren. Voor henzelf en toekomstige generaties. Ook bij NEVAT-leden is dit iets dat steeds meer speelt.

Het doel is dat Europa een industrie ontwikkelt die efficiënter is dan andere continenten. Zo stabiliseert Europa haar internationale concurrentiepositie én behaalt Europa tegelijkertijd haar duurzaamheidsdoelstellingen.

Welke afspraken zijn er in het Klimaatakkoord gemaakt?

De volgende afspraken zijn gemaakt:

Slimme industrie

  • Zuiniger produceren door verschillende technologieën.
  • Samenwerken binnen de regio.
  • Onderling restwarmte uitwisselen.
  • Broeikasgassen in andere sectoren gebruiken.
  • Meer aandacht naar het opleiden van mensen in de industrie.

Schone industrie

  • Door CO2 op te slaan is het mogelijk om volledig duurzaam te zijn in 2050. Dit noemen ze Carbon Capture and Storage (CCS). Opgevangen CO2 is op termijn als grondstof te gebruiken.
  • Aardgas op de lange termijn voor duurzame elektriciteit of aardwarmte vervangen.
  • In 2050 moet het gebruik van aardgas en aardolie steeds meer vervangen zijn door grondstoffen uit planten en door hergebruik van grondstoffen.

Financiële afspraken

  • Een deel van deze kosten neemt de industrie op zich.
  • Er komen allerlei subsidies voor toepassingen van technieken die bijdragen aan de doelstellingen uit het Klimaatakkoord. Daarnaast vindt er meer onderzoek naar de ontwikkeling van toepassingen plaats. De industrie betaalt mee aan dit onderzoek.
  • Er komen maatregelen als industriële productie naar het buitenland verplaatst wordt.
  • Er zit een plafond aan de subsidie voor CCS. Dit mag namelijk niet ten koste gaan van duurzame technieken.
  • Energiebesparingsmaatregelen die binnen vijf jaar terugverdiend worden, zijn verplicht om te nemen. Zoals ook al in de Wet milieubeheer staat.
  • 250 grote bedrijven zijn verantwoordelijk voor meer dan 80% van de industriële uitstoot. Voor deze bedrijven is er bovenop de emissiehandel (het Europese systeem) een extra CO2-heffing.
  • Uitstoot die boven een bepaalde waarde komt, kost geld via een nationale CO2-heffing. Ieder jaar bepaalt men wat deze ijkwaarde precies is. Dit valt samen met wat de industrie gezamenlijk mag uitstoten.

Hier op Klimaatakkoord.nl vind je de precieze afspraken die gemaakt zijn.

Meer weten?

Het huidige kabinet legt de lat nog hoger dan de afspraken in het Klimaatakkoord. In een online talkshow op 1 juli tussen 10:00 - 11.30 uur praten de hoofdrolspelers, wetenschappers en maatschappelijke organisaties over de vraag: hoe gaan we de doelen halen?

Meld je via deze link aan voor dit webinar.